Review: ASUS TUF Gaming LC 240 RGB
Links;Inmiddels mag ASUS geen onbekende speler zijn op de markt van all-in-one waterkoeling. Zo hebben we in 2018 de eerste intrede gezien middels de ROG Ryujin in twee formaten: 240 mm en 360 mm. Sindsdien zijn de RYUO en ROG Strix-koelers aan de line-up van ASUS toegevoegd. Waar we dan vandaag naar kijken, is eveneens afkomstig van ASUS, maar dan middels het TUF Gaming-submerk. Deze staat doorgaans bekend als het merk dat mikt op een puike prijs/prestatieverhouding.
Hoewel die verhouding nog steeds van kracht kan zijn, valt de TUF Gaming LC 240 RGB in een iets duurder segment. Zo is deze variant in te vinden in webshops tussen de € 150,- en € 160,-. De 120mm-uiting is te verkrijgen vanaf zo’n € 120,-. Dat plaatst beide varianten een paar tientjes boven de gemiddelde koelers van een Corsair, be quiet! en dergelijke merken. De verwachting van de nieuwe TUF Gaming LC-reeks ligt dus tevens hoger dan gemiddeld. Kortom, tijd om in de review te duiken!
Hieronder treffen we de specificaties aan;
Het middensegment
De eerste en meest logische vergelijking om te maken, qua specificaties, is met de ROG Ryujin 240 en ROG Strix LC 240. Eerstgenoemde uiting van Ryujin valt in een duurder segment voor een aantal tientjes meer. De ROG Strix LC 240 is dan weer iets goedkoper dan de TUF Gaming LC 240. Kortom, de TUF-uiting van vandaag valt tussen de andere koelers in.
Nou zien we dan wel dat de TUF Gaming LC 240 eerder de kant op neigt van de ROG Strix. Dit in verband met het overeenkomstige, kleinere CPU-blok van 80 x 80 x 45 mm. In theorie bezit deze dan minder koelvermogen dan het blok van 100 x 100 x 70 mm van de Ryujin. Verder zien we dan wel dat de radiator, als je dan kiest voor de 240mm-uiting, qua lengte en dikte hetzelfde is bij alle koelers.
Dat laat twee belangrijke elementen over in betrekking tot segmentering: ventilatoren en de pomp. Net zoals bij de ROG Strix LC-koelers krijg je ROG-fans meegeleverd. Deze hebben bij de TUF LC-reeks wel een ander design meegekregen. Het resultaat is fans die een lager toerental bieden - 2000 RPM in plaats van 2500 RPM bij ROG Strix -, maar daardoor wel een stillere werking beloven. In dit geval dan 29 dB, welgeteld 8 dB minder.
Tenslotte is er de pomp en die is voor het duo aan TUF Gaming LC-koelers eveneens vernieuwd. De cold plate is voorzien van een nieuw ontwerp en belooft daarbij betere prestaties. Zo lijkt de focus verschoven te zijn van koeling via agressieve fans naar een gebalanceerde aanpak. Hoe dat in de praktijk zal uitpakken, gaan we straks ondervinden. Alvorens we dat doen, werpen we een blik op de AIO zelf.
Het grijs/gele kleurenschema van TUF siert de doos van de TUF Gaming LC 240 RGB. Zelf vind ik de keuze voor geel als primaire kleur een gedurfde. Het doet TUF in ieder geval duidelijk onderscheiden van ASUS zelf én andere merken. Dan nog staat ons een typerende boodschap van ASUS te wachten in de doos. Namelijk een welkom in de wereld van de ‘Republic of Gamers’.
Uit de doos gegrepen, worden we begroet door het tweetal fans, de 240mm-radiator met de pomp en een pakketje met accessoires. Oh, en een handleiding natuurlijk. Die laatste mag natuurlijk niet ontbreken.
Het eerste onderdeel om te aanschouwen, is het duo aan nieuwe fans. Deze zijn voorzien van het beeldmerk van TUF en een aantal stijlvolle groeven aan de zijkant. Nou zijn er twee zaken die hier opvallen: het verrassend neutrale ontwerp en het gebruik van plastic in de hoeken. Die laatste wil zeggen dat de vibratiedempers van plastic zijn, in plaats van het gewoonlijke rubber. Dat zou in de praktijk invloed kunnen hebben op geluidsproductie.
In betrekking tot het ontwerp zelf ben ik nog aardig verrast. Niet zozeer positief, maar ook niet negatief. Zo ogen de fans niet verkeerd, maar ze hebben ook geen ontvallend ontwerp. Toegegeven, TUF in het geheel is geen opzichtig merk te noemen. In combinatie met een TUF-bordje wordt het duidelijk dat je een TUF-ecosysteem bezit, maar het schreeuwt dit ook niet van de daken. Dat kan ik eigenlijk wel waarderen.
Tussendoor kijken we naar de accessoires die ASUS bij de koeler levert. Opvallend zijn de meegeleverde splitters voor RGB-verlichting én de fans. Daar ben ik ontzettend blij mee, want kabelmanagement is bij AIO’s met RGB-verlichting al zo lastig. Verder zien we zaken zoals de Intel-backplate, AMD-ring en diverse bevestigingsmaterialen voorbij komen.
Het enige dat ontbreekt, is wat extra koelpasta en dat vind ik gewoon zonde. Zeker omdat dit bij goedkopere merken/AIO’s wél vaak mee wordt geleverd én omdat je voor deze koeler € 150,- neerlegt. Voor dat geld zou ik de mogelijkheid verwachten om de AIO een keer te verhuizen naar een nieuw systeem of een nieuwe processor (voorbeeld: Ryzen 5000).
In plaats daarvan ben je genoodzaakt om nieuwe koelpasta aan te schaffen. Toegegeven, dit kan ook weer voordelen met zich meebrengen. Daarnaast is er een groepje aan pc-gamers dat ongetwijfeld al extra koelpasta heeft liggen. Is het gebrek áán het einde van de wereld? Nee. Had ik het graag gezien? Ja, dat dan weer wel…
Dan komen we eindelijk aan bij de sterren van de show: de radiator én pomp. Ik moet direct zeggen dat ik een fan ben van de gesleeved tubes. Dit doet het geheel professioneel ogen en voegt toe aan het relatief subtiele thema van TUF. Op de radiator zelf heb ik verder niets aan te merken, dus laten we vooral doorgaan naar de pomp.
De pomp is ongetwijfeld het opvallendste onderdeel dankzij het zeshoekige ontwerp. Aan de voorkant zien we ‘TUF Gaming’ voorbij komen en bovenop zien we nogmaals het beeldmerk van TUF. Laatstgenoemde wordt verlicht door de geïntegreerde RGB-verlichting. Nou zou je allicht verwachten dat de strepen eveneens verlicht worden, maar dat is in de praktijk niet het geval.
Onder de pomp zien we de nieuwe cold plate. Deze wordt door ASUS vooraf voorzien van koelpasta. Daar is inherent niets mis mee, maar het gebrek aan extra koelpasta blijft een domper voor me. Afgezien van dat heb ik op de pomp en het blok niets aan te merken, dus laten we vooral doorstromen naar de montage van de koeler.
Direct gezegd; het monteren van de TUF Gaming LC 240 RGB is een fluitje van een cent. Vanwege het gebruik met een AMD-moederbord was ik vereist om de ring te veranderen naar de AM4-versie. Dit vereiste het eruit klikken van de initiële ring, zoals zichtbaar op de eerste foto. Daarna kon ik de Intel-ring verwijderen en de AMD-ring op zijn plaats brengen. Deze dient met de mounting loodrecht met de tubes te komen.
Het resultaat is een pomp/blok dat belachelijk eenvoudig te monteren valt - net als de Wraith Prism. Dit omdat er gebruik wordt gemaakt van AMD’s eigen mounting-systeem. Je hoeft dus niets te verwijderen of extra componenten te plaatsen. Dat was voor mij wel even wennen, gezien ik Intel-systemen gewend was die soms montagewerk vereisten dat gelijk kan staan aan een LEGO-pakket.
Uiteraard kunnen de fans niet ontbreken, maar nou was ik wel ‘vergeten’ om die als eerste te monteren. Uit luiigheid heb ik het moederbord maar op zijn kant gezet, want ik had geen zin om de pomp te verwijderen. En ja, zelfs ondanks de eenvoudige installatie. In ieder geval waren de fans binnen een mom van tijd op de radiator geschroefd.
Zoals ik al aangaf bij de specificaties doet ASUS enkele splitters meeleveren. Dit dus voor de fans én de RGB-verlichting. Zo kan je de RGB-verlichting van zowel de pomp als fans effectief op één kabel kwijt. Dan nog bezit een AIO met RGB-verlichting alsnog een spaghettiverzameling aan kabels, maar daar kom je nou eenmaal niet onder vandaan.
Hieronder is een overzicht van de hardware waarmee de koeler getest is;
Tussendoor een belangrijke disclaimer: de resultaten van de geteste koeler(s) kunnen variëren in de praktijk. Dit is mede afhankelijk van omgevingstemperatuur, airflow, gebruikte hardware, overklokinstellingen, et cetera. Voor het testen is getracht om zoveel als mogelijk variabelen te elimineren. Zo worden alle koelers getest in dezelfde omgevingstemperatuur van ongeveer 18 graden Celsius. Daarnaast zijn de tests uitgevoerd op een testbench in de blote lucht. In een behuizing met inadequate airflow kan een koeler soms oververhitten of minder goed presteren dan verwacht. Houd hier dus rekening mee bij aanschaf van één van de geteste koelers en het gebruik in eigen computer.
Tenslotte wordt bij alle koelers gebruik gemaakt van de koelpasta die door de fabrikant meegeleverd wordt. De aanbrenging en de hoeveelheid wordt zorgvuldig bekeken om de variabelen daarin tevens te elimineren. Daarnaast worden de fans in de PWM-modus gelaten en uiteindelijk getest op de maximaal beschikbare RPM. Op welke snelheid de fans roteren, wordt in de desbetreffende alinea’s gedeeld. Voor de PWM-modus en de maximale RPM worden dan ook twee aparte tabellen gehanteerd. Hierbij kan het zijn dat een fan door de hitte reeds komt te presteren op de maximale instelling, waardoor er tussen de tabellen weinig tot geen verandering te vinden is.
Gezien dit de eerste review is met mijn nieuwe test bench dien ik een aantal zaken te bespreken. Het eerste punt is in betrekking tot de beperkte vergelijking met andere koelers. Vooralsnog heb ik geen uitgebreide selectie kunnen testen met de Ryzen 7 3700X. Over de tijd heen zal daar ongetwijfeld verandering in komen. Voor nu zijn de tabellen beperkt tot de best presterende luchtkoeler van voorheen - de Zalman CNPS17X -, de standaard AMD Wraith Prism-koeler en in dit geval AIO-waterkoeling van be quiet! en natuurlijk ASUS.
Daarnaast heb ik voor het Ryzen-platform een nieuwe testmethode toegepast. Deze let niet alleen op temperatuur, middels een stresstest van Prime95, maar ook op Precision Boost. Zo noteer ik de all core-kloksnelheid die automatisch behaald wordt met de desbetreffende koelers. In de overgeklokte omgeving is de snelheid logischerwijs statisch en wordt enkel gekeken naar de temperatuur. Beide resultaten zijn verwerkt in desbetreffende tabellen.
In betrekking tot Ryzen zelf valt er het een en ander te bespreken als het gaat om overklokken. In mijn review van de TUF Gaming B550M-PLUS, ofwel het B550-platform, ging ik daar al dieper op in. Dit niet alleen als het gaat om Ryzen zelf, maar ook omtrent het doel dat ik met waterkoeling wil(de) behalen: een 4,4 GHz overklok op alle kernen. Dit omdat die snelheid de single core-boost betreft van de Ryzen 7 3700X. Om geen prestatieverlies in games, ofwel single threaded-applicaties mee te maken, is een dergelijke snelheid dus ‘benodigd’.
Benchmarks
Om de spanning er dan maar gelijk uit te halen - jammer, hè? -; de overklok van 4,4 GHz wist ik niet te behalen. Althans, deze snelheid was niet stabiel te krijgen voor Prime95. Met een voltage van 1,45 volt wist ik lichtere stresstesten, zoals degene van ClockTuner for Ryzen, wél te overleven. Echter was dat voltage niet realistisch voor dagelijks gebruik, dus besloot ik om de eerste snelheid te accepteren die Prime95 wél wist te overleven: 4,2 GHz. Een lichtelijke teleurstelling, maar ja, je kan de siliconenloterij niet altijd winnen.
In de idle-omgeving krijgen we alvast een voorproefje van de te verwachten prestaties. Zo zien we de AMD-koeler boven de 40 graden hangen in beide testomgevingen. De oplettende lezers zullen kijken naar de tabellen en allicht verbaasd opkijken. Waarom zijn de idle-temperaturen in de overgeklokte omgeving lager dan in de stock-omgeving? Heel simpel, volgens ClockTuner for Ryzen en Core Temp lag het automatische voltage tussen 1,450 en 1,475 volt. Voor de handmatige overklok wordt een voltage van ‘slechts’ 1,35 v gehanteerd en dat resulteert in een verminderde hitteproductie in de idle-omgeving.
Dat is overigens de reden dat ik voor deze review écht de tijd heb genomen. Dit om Ryzen − en specifiek de Zen 2-architectuur − goed te begrijpen. Daarnaast moet ik wel verduidelijken dat ik gebruik maak van de diverse verbeteringen die ASUS biedt op haar moederborden. Dat wil zeggen dat Precision Boost op ASUS-borden verder gaat en de snelheid langer doet aanhouden. Het resultaat is dan zichtbaar aan de idle-temperaturen en de voltages die ik zojuist aankaartte.
Waar het uiteindelijk om draait, zijn de resultaten met Prime95. Een half uur aan ‘Small FFTs’ laat duidelijk zien welke koelers bestand zijn tegen de verrassend hete Ryzen 7 3700X. Nou is Prime95 een gruwelijke stresstest, maar ik had oprecht niet verwacht dat de 90 graden aangetikt zou worden − zeker niet met de Zalman-uiting. Dat de Wraith Prism in de overklokomgeving volledig onderuit gaat, is dan weer niet verrassend te noemen…
In de stock-omgeving, al dan wel met de BIOS-verbeteringen van ASUS, zien we alle koelers de 80 graden ontstijgen. Op dat front zien we TUF en be quiet! tegenover elkaar staan en dat bracht een dubbelzijdig gevoel met zich mee. Enerzijds was ik onder de indruk van be quiet!, maar anderzijds vond ik wel dat de TUF LC 240 het gevecht moest winnen. Dit mede vanwege het hogere prijspunt van laatstgenoemde AIO.
Gelukkig zien we dat nog bewerkstelligd worden en dat in de overklokomgeving. Daar ligt het voltage van 1,35 volt hoger dan het automatische voltage in de stock-omgeving. Zodoende liggen de temperaturen ongeveer 5 tot 6 graden hoger voor de aftermarket-koelers. Zoals ik al aangaf, wist AMD’s Wraith Prism het niet uit te houden. Bij het bereiken van 97 graden − binnen 20 seconden overigens − was Prime95 onstabiel.
Om eventuele verschillen te demonstreren, wordt nog een tabel gehanteerd met de maximale fansnelheid die de koelers toelaten. Nou zal het direct opvallen dat er geen verschillen zijn, want met de behaalde temperaturen worden de koelers, ofwel fans al volledig opgejaagd. Dit mede omdat ik een agressieve fan-curve heb ingesteld in het BIOS. Gezien de resultaten zou ik een ‘bescheiden’ fan curve niet zomaar toepassen.
Anderzijds is Prime95 natuurlijk geen realistische belasting van de processor. In games − of tijdens de export van een videobestand − zal je eerder rond de 65 graden hangen. Dat wist ik zelf in ieder geval in de praktijk te ervaren. In beide gevallen had ik overigens geen last van de fans. Op 2000 RPM wisten deze wel wat geluid te produceren, maar niet storend of ‘whiny’. Daar valt met een fan curve desgewenst nog in te balanceren.
Tenslotte resteert de all core-snelheid die Precision Boost wist te behalen met de Ryzen 7 3700X en desbetreffende koelers. Zo zien we dat waterkoeling een snelheidswinst van bijna 100 MHz op alle kernen oplevert. Dat mag gerust een indrukwekkend resultaat genoemd worden. Toegegeven, de CPU is handmatig te klokken naar 4,2 GHz of zelfs 4,3 GHz − al is die laatste bij mij niet stabiel met Prime95. Je verliest dan wel de single core-boost tot 4,4 GHz en dat kan een klein verlies opleveren in bepaalde games.
Kijkende naar het hoofdonderwerp van vandaag, de TUF Gaming LC 240 RGB natuurlijk, dan weet ASUS dus een puike AIO-koeler te bieden. In de overgeklokte omgeving zagen we al de beste temperatuur voorbij komen en ook via Precision Boost krijgen we het beste resultaat. Toegegeven, het verschil met de goedkopere PURE LOOP 240mm is klein, maar je betaalt bij de TUF-versie ook voor de RGB-verlichting én software-ondersteuning. Daarover gesproken, laten we daar eens een blik op werpen.
Uiteraard kan een hoofdstukje omtrent de verlichting niet ontbreken. In het geval van deze koeler zien we implementatie van RGB op de pomp − in de vorm van het TUF Gaming-logo − en logischerwijs in de fans. Deze componenten zijn te synchroniseren via Armoury Crate, ofwel ASUS Aura Sync. Daarin tref je allerlei opties voor de verlichting aan, zoals je gewend bent van ASUS.
Hieronder zijn twee voorbeelden te zien, inclusief een close-up van de verlichting op de pomp. Wat mij betreft steelt de pomp écht de show als het gaat om de implementatie van de verlichting. Het beeldmerk van TUF staat centraal en oogt fraai met het gecombineerde TUF-bordje. Het is duidelijk te zien dat ASUS rekening heeft gehouden met het ontwerp in combinatie met haar eigen borden.
Al met al ben ik best tevreden over de ASUS TUF Gaming LC 240 RGB. Is het de meest uitzonderlijke koeler op de markt? Dat zeker niet. Betreft het één van de beter presterende uitingen? Daar kan ik een volmondig ‘ja’ op antwoorden. De overtreffing van de Zalman CNPS17X − de beste koeler op mijn voorgaande test bench − getuigt daar ongetwijfeld van. Maar ja, voor drie keer de prijs − welgeteld 150,- euro − mag dat ook wel.
Maar goed, voor dat geld krijg je meer dan alleen koeling. Zo komt de AIO met RGB-verlichting in de pomp en een tweetal RGB-fans. Daarnaast heb je uitgebreide software-ondersteuning, zodat je met diverse moederborden die verlichting kan besturen. Of het ontwerp zelf dan naar je smaak is, tja, daar valt over te praten. Als je geen TUF-thema behoeft, dan kan ik me voorstellen dat deze koeler minder aantrekkelijk oogt. In combinatie met mijn TUF-moederbordje vind ik het geheel wel gewoon een tof plaatje.
Uiteindelijk draait het om prestaties en op dat gebied stelt ASUS niet teleur. Niet alleen weet de AIO mijn 3700X in bedwang te houden; ook de geluidsproductie is niet al te gek. Op 2000 RPM waren de fans duidelijk te horen, maar niet op een vervelende manier. Met een minder agressieve fan curve valt het geluid iets terug te brengen en bezit je nog steeds uitstekende koeling. De prijs/prestatie-verhouding, afhankelijk van je liefde voor RGB én TUF, is dus niet verkeerd.
Dat wil niet zeggen dat ik geen kritiek kan delen met Asus. Zo vind ik het gebrek aan extra koelpasta wel vervelend. De koelpasta van te voren aangebracht op het CPU-blok is handig − en draagt mede bij aan het installatiegemak −, maar voor de prijs verwacht ik wel een extra tubetje. Daarnaast komt de RGB-verlichting zonder externe controller en werkt dus enkel via RGB-headers op moederborden. Dat is eerder een ’tip’ dan dat het kritiek is, maar wel iets om rekening mee te houden.
Uiteindelijk vind ik de toevoeging van deze AIO aan de line-up een geslaagde én terechte. Het uiterlijk zal allicht niet voor iedereen zijn, maar binnen het ecosysteem van TUF zijn toevoegingen zoals deze altijd welkom. Dat de prestaties van hoog niveau zijn helpt ook nog eens. Mocht je dus op zoek zijn naar een gepaste waterkoeling voor je TUF-systeempje, dan zit je voor € 150,- niet verkeerd bij de TUF Gaming LC 240 RGB.