Review: MSI GeForce RTX 3080 Gaming X Trio 10G
Links:Met de komst van nog wat mooie titels, waaronder CyberPunk 2077, kan ik het niet laten om nog een RTX 3080 aan te tand te voelen. Op het programma staat de MSI GeForce RTX 3080 Gaming X Trio 10G.
Deze MSI-videokaart weegt maar liefst 1565 gram en is voorzien van de laatste technische snufjes. Om de Nvidia GA102-GPU te koelen, voorziet MSI de videokaart met een Tri Frozr 2-koeler. Deze bestaat uit de Torx fan 3.0, een mooie laag aan koper en een heatsink met extra interne airflow controle. Wat dat in de praktijk oplevert, lees je verder in het opvolgende hoofdstuk.
Prijstechnisch is het zoeken, gezien de hoge vraag en het relatief lage aanbod. Mijn overtuiging is dat alles betreffende nieuwe hardware en consoles populairder is dan ooit. Je zuurverdiende vakantiegeld is niet gesneuveld in Kreta op Starbeach. Het staat netjes gereserveerd voor een nieuwe videokaart of processor. Gemiddeld kost de MSI GeForce RTX 3080 Gaming X Trio 10G je circa 779,- tot 800,- euro. Vraag en aanbod van deze videokaarten bewijst zich in de praktijk op het moment anders, waardoor prijzen aanzienlijk hoger liggen.
Een overzicht van de beknopte specificaties:
Belangrijkste verschillen, ten opzichte van de RTX 3080 Founders Edition, zijn de koeler, het PCB en de hogere kloksnelheid van 1710/1815 MHz. De overige specificaties liggen in lijn met de RTX 3080 Founders Edition. Als eerste gaan we in op de Ampere-architectuur van Nvidia. Het is de eerste architectuur die gebruik maakt van een 8nm-chip. Met het kleiner worden, ofwel de 8 nanometer-krimp is het mogelijk om meer transistors te plaatsen op een kleiner gebied. De extra transistors resulteren vervolgens in een flinke prestatieverbetering.
De RTX 3080 maakt gebruik van een Nvidia GA102-GPU. Er is sprake van een verdubbeling in CUDA-kernen; bij de RTX 3080 zijn dit er maar liefst 10.496 totaal. De 2e generatie raytracing-kernen en 3e generatie Tensor-kernen leveren extra rekenkracht en zijn efficiënter. De 2e generatie raytracing-kernen dienen een verdubbeling in raytracing-gerelateerde applicaties te leveren. Dit dan ten opzichte van de eerste generatie die aanwezig is in de 20-reeks. De RTX 3080 heeft dan wel 50% minder Tensor-kernen (272) dan de RTX 2080 Ti met (544) kernen. Eerste gedachte zou een prestatieverlies zijn, maar schuilt hier meer achter. Ook de 3e generatie Tensor-kernen is verder geoptimaliseerd. De bewerking (matrixbewerking) ligt hoger dan de 2e generatie Tensor-kernen op bijvoorbeeld de eerdergenoemde RTX 2080 Ti. Tevens maakt de 3e generatie aan Tensor-kernen gebruik van een zogeheten techniek: de Tensor-kernen-schaarsheid. Deze techniek maakt gebruik van ‘deep learning’, waarmee de Tensor-kernen effectief verdubbeld worden. Voor Nvidia’s DLSS-technologie (Deep Learning Super Sampling) past de videokaart grotendeels de Tensor-kernen toe.
Ik wil de informatie enigszins luchtig houden, dus ik ga niet te diep in op specifieke calculaties. Het GDDR6X-geheugen ziet het eerste levenslicht op de 30-series aan GA102-videokaarten, om precies te zijn de RTX 3090 en RTX 3080. Zo maakt de RTX 3070 nog gebruik van GDDR6-geheugen. Het X-type is ontworpen met Micron om een hogere doorvoer door de geheugenbus mogelijk te maken. Er is effectief dus meer geheugenbandbreedte. Ook maakt de 30-reeks gebruik van PCI Express 4.0. Met een volledige PCIe 4.0 x16-sleuf kan een 30-series videokaart tot circa 32 GB aan I/O-bandbreedte behalen. Prestatieverschillen zullen marginaal tot niet-bestaand zijn op het moment. Kortom, de bandbreedte van een PCIe 3.0 x16-slot wordt nog niet verzadigd.
De kaart heeft standaard 10 GB aan GDDR6X-geheugen. Dit is 2 GB aan geheugen meer dan de RTX 2080 met 8 GB aan GDDR6-geheugen. Dan zijn er de RTX 2080 Ti met 11 GB aan GDDR6-geheugen en de GTX 1080 Ti met 11 GB aan GDDR5-geheugen. Ten opzichte van die kaarten heb je dus wel 1 GB minder tot je beschikking. Ik heb in deze review diverse benchmarks gedraaid, waaronder met een 4K-resolutie (3840×2160). Met de hoogste instellingen heb ik geen problemen ervaren als het gaat om een eventueel tekort van videogeheugen. Wel kan ik mij voorstellen dat het voor 8K en productiviteit te weinig kan zijn, maar dan is de RTX 3090 met 24 GB interessanter. Die voel je dan wel weer goed in de portemonnee.
Verder gebonden specificaties van de MSI GeForce RTX 3080 Gaming X Trio 10G deel ik gaande de review. De verpakking maakt duidelijk dat we een videokaart met een likje RGB mogen verwachten. Ondersteuning voor DLSS en raytracing mogen natuurlijk niet ontbreken als belangrijke kenmerken. In de verpakking zit een uitgebreide collectie aan diverse boekjes, samen met een Lucky - het iconisch draakje van de MSI-handleiding - voor het vervangen van de oude GPU met deze shiny RTX 3080. Ook levert MSI een GPU-support-bracket mee, om het doorhangen van de videokaart te voorkomen. Uiteraard is dit sterk afhankelijk van de behuizing die je gebruikt, want in modernere behuizingen komen we vaak als GPU-support-bracket mogelijkheden tegen. Desalniettemin een nette toevoeging. Vooral niet te vergeten: de videokaart weegt maar liefst 1565 gram en is 31.24 centimeter lang, kortom, een beest van een kaart.
Als ik Rob de Geus mag quoten: “man, man, man!" Wat is het een beest van een kaart. Eerder had ik Asus’ TUF-variant van de RTX 3080 in handen - hier was ik al redelijk verrast als het om vormfactor gaat. De Gaming X Trio van MSI doet daar een schepje bovenop. Iets wat natuurlijk enorm subjectief blijft, is smaak - daarover valt niet te twisten. Wel ben ik van mening dat de Gaming X Trio een stuk strakker oogt dan Asus’ TUF-variant. Laat ik de kaart eerst eens kennis laten maken met je netvlies.
In september plaatste ik een review van Asus zijn TUF-variant van de RTX 3080. Op dat moment was het gesprek betreffende condensatoren een hot-topic. Het feit dat de TUF-variant van de RTX 3080 kleinere mlcc’s gebruikt, ofwel de duurdere variant, maakte het dat ik niet direct onderdeel was van het gesprek. Wel heb ik het op de voet gevolgd en was het op dat moment een comfortabele positie, omdat het de enige RTX 3080 was op dat moment die niet met dit “probleem" kampte.
Laat ik dan maar direct met de deur in huis vallen. Ja, het is zo dat fabrikanten vrij zijn om te kiezen welke componenten er worden toegepast op custom-videokaarten. De combinatie van een zeer agressieve boost zorgde ervoor dat veel videokaarten vormen van instabiliteit toonde, in de vorm van crashes en/of een zwart beeld. De boost en combinatie van specifieke condensatoren vonden dit niet zo leuk. Later heeft Nvidia met een GeForce-driver de boostklok verlaag met 1 tot 1,5 procent, wat weinig tot geen impact had op de prestaties van deze videokaarten. Wel zorgde dit voor stabiliteit - de belangrijkste factor. De Gaming X Trio van MSI heeft een combinatie van condensatoren die prima het werk afleveren. Tijdens mijn benchmark-avonturen en casual gaming heb ik tot zoverre genoten van deze videokaart.
De Gaming X Trio maakt gebruik van drie acht-pins-connectoren en heeft een maximale TDP van 340 watt. De videokaart is twee sloten dik, terwijl veel 3080’s tot drie sloten dik zijn. Voor de vormfactor en het gewicht vind ik het een knappe prestatie van MSI. Redelijk “buffed" zeg maar.
Op de zijkant bevindt zich een LED-strip. Deze kleurt op samen met het MSI-logo en twee delen op het koelerontwerp zelf. Verder in de review laat ik de videokaart nog in RGB-actie zien. De Tri Frozr 2-koeler gaat, zoals de naam het al doet vermoeden, uit van drie fans - dit betreffende de Torx 3.0-fans. Deze fans leveren een hoge statische drukkracht op het koelblok. In het koelblok zijn toegewijde heatpipes aanwezige voor o.a. de GPU en de geheugenmodules. De backplate houdt het geheel stevig samen.
De poortindeling is gelijk aan die van de RTX 3080 Founders Edition; drie DisplayPort 1.4b-poorten en één HDMI 2.1-poort. Asus’ TUF-variant van de RTX 3080 heeft nog een extra HDMI 2.1-poort t.o.v. de Gaming X Trio.
Ik kan de aanpak van een dual slot-koeler wel waarderen van MSI. Asus’ TUF-variant van de RTX 3080 neemt maar liefst 2,7 sloten in en weegt 1398 gram. Het feit dat MSI 1565 gram perst in een dual slot-videokaart; petje af. Nu hoeft gewicht niks te zeggen over de kwaliteit, al ben ik van mening dat de hands-on mij een positieve indruk geeft. De Gaming X Trio oogt elegant. Uiteraard voelt zo’n RTX 3080 als een cadeau in de kerstboom, vooral gezien de schaarste.
De MSI GeForce RTX 3080 Gaming X Trio 10G is getest aan de hand van Nvidia-driver 460.79 (datum: 09-12-2020) a.k.a. de CyberPunk 2077 driver. De besproken Asus TUF-variant van de RTX 3080 is eerder getest onder Nvidia-driver 456.38 (datum: 17-09-2020), idem dito voor Asus’ GTX 1080 Ti. Besproken videokaarten zijn getest met gelijkwaardige variabelen, los van de Nvidia-driver. Iedere videokaart is getest met de standaard out-of-the-box instellingen. De set aan benchmarks bestaat uit games onder de volgende resoluties: 1920×1080, 2560×1440 en 3840×2160. Gevolgd door een set aan synthetische benchmark resultaten. Voorheen maakte ik gebruik van een tabel pér resultaat; voor een beter overzicht zijn resultaten nu samengevoegd in één tabel. Onderlinge vergelijkingen tussen de verschillende videokaarten worden in het opvolgende hoofdstuk, na de synthetische benchmarks, besproken.
De MSI GeForce RTX 3080 Gaming X Trio 10G levert deftige prestaties af. De RTX 3080 mag er als videokaart in zijn algemeenheid gewoon zijn. De Gaming X Trio levert vrijwel vergelijkbare resultaten af als de Asus TUF-variant van de RTX 3080. Opvallend is dat de TUF-videokaart in mijn benchmarks circa 1 - 2 FPS per game consistent sneller is, evenals betere scores neerzet in de synthetische benchmarks. Beide kaarten hebben een GPU-boost van 1815 MHz, dus daar zit het verschil hem ook niet. Wel kan het zo zijn dat review samples selectief verkozen worden door fabrikanten, en dat enkel de beste review samples richting media gaan. Algoed: dit kan ik voor zowel Asus als MSI niet hard maken.
Prestaties verschillen nipt. Met dat gezegd hebbende, doen zowel MSI als Asus veel van hetzelfde. Bij MSI krijg je een compacter dual slot-ontwerp dat circa 5 graden Celsius warmer is onder load, maar dat wel circa 2 dB(A) stiller. De TUF-variant met een ontwerp van 2,7 sloten is flink dikker, wat koeler en maakt een klein beetje meer geluid onder load. Als ik mag kiezen tussen het tweetal gaat mijn voorkeur uit naar de Gaming X Trio. Ik vind de combinatie van een dual slot-ontwerp met stillere doch vergelijkbare prestaties nét wat interessanter. Het volledige ontwerp, wat subjectief is, trekt mij ook meer. Enige nadeel is de drievoudige 8-pins-connector, wat zich resulteert in een extra kabel tussen de videokaart en voeding. De meerwaarde van deze derde 8-pins-connector is weggelegd voor het overklokken voorbij 375 watt. Vooral leuk voor de overklokkers, al heb ik zo mijn twijfels of het voor de grootste groep aan eindgebruikers van deze videokaart besteed is. Hier had ik liever gewoon twee 8-pins-connectoren gezien.
CyberPunk 2077 heeft dit weekend kort op het programma gestaan. Voordeel van het reviewen is het testen van nieuwe hardware, al blijft er weinig tijd over om daadwerkelijk in alle rust te kunnen gamen. Ik kan inhoudelijk nog weinig zeggen over de game. Wel heb ik deze getest i.c.m. mijn 1440p/165Hz-schermen op het raytracing-ultra-profiel. Ik heb het profiel uiteindelijk custom gemaakt door raytraced verlichting op ‘psycho’ in te stellen i.c.m. DLSS op ultra-prestaties. De game draait stabiel boven de 60 FPS onder 1440p met deze instellingen. Het gemiddelde schommelt uiteindelijk tussen de 65 tot 73 FPS. De Gaming X Trio behaalt een vergelijkbare temperatuur van 66 - 67 graden Celsius als de Furmark-benchmark.
De Gaming X Trio is een dual slot-videokaart met een compactheid, vooral als ik deze vergelijk met de eerder geteste Asus TUF-variant van de RTX 3080; deze videokaart is namelijk ter grootte van 2,7 sloten. De Gaming X Trio bereikt een maximale temperatuur van 66 graden Celsius; dit is 5 graden Celsius warmer dan de TUF-videokaart. Gezien de vormfactor, los van de lengte van deze videokaart, vind ik het een deftige prestatie. Ik heb onlangs de Asus ROG Strix GTX 1080 Ti getest versus de TUF-variant. Die videokaart beschikt over een ontwerp ter grootte van 2,5 sloten en bereikt 67 graden Celsius onder load. Kortom: in de dual slot-vormfactor is de Gaming X Trio met zijn heatsink-ontwerp efficiënt te noemen.
De Gaming X Trio is met een geluidsproductie van 37,7 dB(A) - op 40 centimeter afstand - stil te noemen. De videokaart is onder load stiller dan de Asus TUF-variant van de RTX 3080, kortom, een geweldig resultaat samen met een dual slot-ontwerp. Op de open test bench en in een behuizing is de videokaart nauwelijks hoorbaar. Een overklok resulteerde circa in circa 125 MHz op de GPU en een geheugenklok van circa 20.000 MHz (+1000 MHz). Gemiddeld een verbetering van maximaal drie FPS, wat neerkomt op een winst van twee procent. Wat mij betreft niet enorm interessant; hetzelfde concludeerde ik destijds bij de Asus TUF-variant van de RTX 3080. De Gaming X Trio heeft voldoende kracht in huis om zonder een overklok al te presteren.
De verzamelsoftware van MSI staat beter bekend als MSI Dragon Center. Het stelt MSI-hardware centraal voor bijvoorbeeld het synchroniseren van RGB-verlichting, ofwel bij MSI: Mystic Light. In de software is een zogenoemde Gaming Mode te vinden; in deze modus stemt alles zich af voor de beste game-ervaring.
Onder User Scenario zijn configuraties te vinden voor de videokaart. Dit drukt zich uit in verschillende profielen, waaronder stille, gebalanceerde en extreme prestaties. Voor reviews maak ik altijd gebruik van de meest krachtige instellingen, kortom, extreme prestaties. Het is ook mogelijk om de Gaming X Trio te monitoren via de software, al heeft MSI Afterburner voor mij altijd een streep voor. Tot op de dag van vandaag gebruik ik deze software nog steeds. Besturing van verlichting kan ook in het MSI Dragon Center. Naast de Gaming X Trio is mijn werkgeheugen, de G.Skill Trident Z Royal-geheugenmodules, ook zichtbaar. Ik kan verlichtingseffecten tussen de twee synchroniseren. De software geeft ondersteuning voor drie Mystic Light-profielen, evenals de optie Ambient Link voor specifieke games. Wanneer ingeschakeld synchroniseert de RGB-verlichting samen met een specifieke game, om twee voorbeelden te noemen: Assassin’s Creed Odyssey en Valhalla.
De RGB-verlichting van de Gaming X Trio is uitbundiger dan dat van de Asus TUF-variant van de RTX 3080. De aanwezige LED-strip had van mij meer spreiding mogen hebben. Wel zijn de losse LEDs in deze LED-strip goed te onderscheiden met het menselijke oog. Een betere diffuser had daarentegen een gelijkmatiger resultaat opgeleverd.
En zo beëindig ik mijn tweede RTX 3080-review avontuur met de MSI GeForce RTX 3080 Gaming X Trio 10G. Hoe bevalt deze videokaart in de praktijk? En wat maakt deze videokaart anders dan de eerder geteste RTX 3080? Je leest het in deze eindconclusie.
Ik ben deze videokaart voornamelijk gaan waarderen als het om zijn vormfactor gaat. Natuurlijk is de videokaart met een lengte van 31,24 centimeter vrij lang. Het gewicht van 1565 gram liegt er ook niet om; het is en blijft een fors en zwaar beest. Wel is het verassend dat het slechts een dual slot-videokaart is, terwijl Asus’ TUF-variant 2,7 sloten bedekt. Het verschil tussen de twee is daarmee aanzienlijk te noemen.
Levert de Gaming X Trio door dit ontwerp in op koelprestaties en geluid? Videokaart-to-body-ratio vrij weinig. De videokaart is onder load 5 graden warmer, maar doet de klus circa 2 dB(A) stiller. De vormfactor is ‘overall’ kleiner, wat de efficiëntie van het ontwerp juist zo interessant maakt. Hiermee onderscheidt de Gaming X Trio zich prima t.o.v. de TUF-variant van Asus. Tevens is de RGB-verlichting uitgebreider op de Gaming X Trio, hoewel de LED-strip een betere lichtspreiding had mogen hebben - de LEDs zijn namelijk goed te onderscheiden met het oog.
Prestaties zijn van prima niveau, want deze liggen in verhouding met wat je van een aftermarket RTX 3080 mag verwachten. De Gaming X Trio levert gelijkwaardige prestaties ten opzichte van de TUF-variant en zou circa 20,- euro goedkoper moeten zijn, al is dit koffiedik kijken, omdat ik met de huidige prijzen op de markt weinig kan. Het is dus vooral wachten op beschikbaarheid en eventuele voorraadopbouw in webshops. Terwijl ik dit schrijf, zit ik met een lach op mijn gezicht, want deze zin voelt anno 2020 net zo onwerkelijk als een nieuwe Jaguar XF Sportbrake op mijn oprit.
De Dragon Center-software werkt stabiel en voert de aanwezige functionaliteiten goed uit. Mystic Ligt is eenvoudig in gebruik en levert snel het gewenste resultaat op. Het ontwerp van de Gaming X Trio spreekt mij meer aan dan de TUF-variant, al blijft dit volledig subjectief. Ik vind de ‘overall’ prestaties voor een dual slot RTX 3080 gewoon erg sexy. Daar word ik blij van. Waar ik persoonlijk minder blij van word, is de drievoudige 8-pins-connector. Voor het overklokken kan je net wat meer vragen van deze videokaart voorbij de 375 watt. Het kan een waardevolle toevoeging zijn, doch voor het gros van de gamers is het naar mijn idee niets meer dan een extra PCIe-kabel.
Al met al is de MSI GeForce RTX 3080 Gaming X Trio 10G stijlvol, groot en zwaar, doch compact met het dual slot-ontwerp. De prestaties zijn op niveau met prima temperaturen en een stille werking. De Gaming X Trio is een mooi beest voor o.a. CyberPunk 2077 op ultra-instellingen en meer games. Kortom: gewoon genieten en knallen met die hap.