Review: Sharkoon QuickPort Duo Clone (USB 3.1 Type-C)
Links;De wereld van dockingstations is, op z’n minst gezegd, een uitgebreide te noemen. De fabrikant die vandaag centraal staat, Sharkoon, heeft al tientallen varianten te bieden. De uiting die is toegestuurd, mag één van de interessantste zijn: de QuickPort Duo Clone met Type-C-aansluiting en een snelheid van 10 Gbit/s middels USB 3.1. Zoals de naam al hint, is deze QuickPort gespecialiseerd in het klonen van drives, hetzij met óf zonder software.
Naast de werking als dockingstation heeft de QuickPort Duo Clone dus een secundaire functie én wat handige features. Dan zou je al gauw gokken dat de prijs een pittige is, maar dat mag uiteindelijk best meevallen. Zo ligt het beestje voor ongeveer € 50,- in de gemiddelde webshop. Dat maakt het allicht het betaalbaarste dockingstation, mits je op zoek bent naar de genoemde features. Uiteraard zijn er dan nog prestaties en kwaliteit bespreken, dus laten we daar eens naar kijken.
Hieronder treffen we de specificaties aan;
Een snelheidsles
Een overgroot deel van dockingstations is tegenwoordig voorzien van USB 3.0. Daarvan kan de snelheid nogal variëren, wat te danken is aan de verwarrende, officiële USB-termen. In ieder geval betreft de QuickPort Duo Clone een dockingstation van 10 Gbit/s - officieel bekend als USB 3.2 (gen 2). Een bovengemiddelde gebruiker zou dan kunnen opmerken dat die snelheid vér boven SATA III, ofwel 600 MB/s uitkomt. Daarnaast zal het overgrote deel aan hard drives (HDD’s) niet voorbij de 100 MB/s uitkomen in de praktijk.
Simpel gezegd is de doorvoer van 10 Gbit/s voor de communicatie tussen twee solid state drives (SSD’s), want die zijn een stuk sneller dan HDD’s. Als ‘computerleek’ is het dus belangrijk om te weten dat die maximale snelheid van belang is voor het klonen. Zo resulteert 10 gigabit per seconde in 1250 Megabyte per seconde (MB/s), ofwel 1,25 Gigabyte per seconde (GB/s). Neem daarbij twee SATA III-aansluitingen van theoretisch tot 600 MB/s per stuk en dan kom je aan de maximale - eveneens theoretische - doorvoer van twee SATA III-drives: 1200 MB/s, ofwel 1,2 GB/s.
Uitzonderlijke features
De snelheidsles terzijde, het mag duidelijk zijn dat 10 Gbit/s niet ongewenst is voor kloonwerk. Om het klonen te faciliteren, is een ‘kloonklop’ aanwezig op de behuizing. Het is dus mogelijk om zonder software te klonen en dat kan voor bepaalde situaties zéér handig zijn. Voor dat doeleinde heeft Sharkoon overigens een led-indicator aangebracht op de behuizing van de QuickPort Duo Clone. Er lijkt dus aanzienlijk nagedacht te zijn over het ontwerp en dat valt altijd te waarderen.
Mocht de kloonknop je niet boeien, of meer controle wensen over het kloonproces, dan kan je terecht bij software. Zo krijg je van Sharkoon twee gratis licenties voor CloneDrive 2 en FlashCopy. Naast het klonen fungeert de QuickPort Duo Clone nog als een dockingstation. Voor dat doeleinde krijg je een USB Type-C-kabel meegeleverd (weerszijden). Mocht je een dockingstation behoeven dat via USB stroom krijgt, dan valt deze uiting van Sharkoon buitenboord. Voor de stroomlevering is gewoonweg een adapter benodigd.
De wit/blauwe verpakking van Sharkoon staat te wachten. Daarop zien we snelheid van 10 Gbps én de USB Type-C-interface duidelijk aangegeven, inclusief de aanwezigheid van licenties voor CloneDrive2 en FlashCopy. In de doos zelf begroet ons als eerste de QuickPort Duo Clone, waaronder de diverse accessoires verstopt zijn.
In betrekking tot de accessoires krijg je als eerste een handleiding en een minidisk met drivers/software meegeleverd. Logischerwijs kan je ook terecht bij de downloadsectie van de productpagina voor de downloads van CloneDrive 2 en FlashCopy. Oh, en voor een digitale versie van de handleiding natuurlijk. Vervolgens mag het niet ontbreken aan een voedingsadapter en USB Type-C-kabel van één meter.
Tenslotte werpen we een blik op de QuickPort Duo Clone zelf. Deze is nog verrassend duurzaam, want de behuizing wordt omringd door een aluminium frame. Een potje frisbeeën raad ik niet aan, maar de behuizing lijkt zeker wel een stootje te kunnen hebben. Aan de bovenkant treffen we de eerdergenoemde led-indicator aan én de kloonknop.
Aan de achterzijde zijn de USB-poort en voedingsaansluiting te vinden, inclusief een schakelaartje. Op de bodem zijn dan nog de licenties te bespeuren voor de stukjes software. Zodoende mag de eerste indruk een goede zijn. De behuizing oogt kwalitatief en het station is plug-en-play op alle fronten. Laten we kijken of de praktijkervaring eveneens goed uitpakt.
Laten we als eerste een blik werpen op de meegeleverde software en de werking daarvan.
FlashCopy
In betrekking tot FlashCopy was ik enigszins verrast door de minimalistische aard, maar als eerste komt nog de installatie aan te pas. Bij het starten ontvang je eveneens een prompt voor de invoer van de licentiecode. Na dat gedaan te hebben, kreeg ik de boodschap “Docking not found" en sloot het programma direct af bij het bevestigen − oké dan. De QuickPort Duo Clone moet dus reeds aangesloten zijn voor de werking van FlashCopy.
Een donderklap met de USB-kabel later en het programma wist gewoon op te starten. Zoals ik al aangaf, is de interface behoorlijk minimalistisch te noemen. Links in het programma bevindt zich de bronschijf en rechts is de doelschijf zichtbaar. Door een map van links naar rechts te slepen bereidt FlashCopy zich voor op het klonen. Door vervolgens ferm op de startknop te drukken, start het kloonproces. Simpel, doch efficiënt.
CloneDrive2
Het tweede stukje software betreft CloneDrive2 en van het duo is deze het ‘uitgebreidst’. Dan nog betreft het een minimalistische software. Echter is het in CloneDrive2 mogelijk om een bronschijf te kiezen van de aangesloten pc. Bij FlashCopy is het dan enkel mogelijk om te klonen met de schijven die zich bevinden in de QuickPort Duo Clone. Maar goed, gratis software is en blijft gratis software.
Het gebruik van CloneDrive2 is in ieder geval eenvoudig. Er is een bron te kiezen, mede vanaf de pc, en een doelwit. Bij het plaatsen van meerdere schijven in de QuickPort Duo Clone ziet CloneDrive2 ook meerdere doelwitten. Kortom, fysiek slechts één harde schijf aansluiten als je wil klonen vanaf de pc. Verder is het proces een eenvoudige en kan het filter gebruikt worden om specifieke mappen te kiezen voor het klonen.
Uiteindelijk voldoen beide stukjes software voor het klonen van schijven of specifieke data. Als je echter complete controle zoekt over je schijven, dan kan je beter terecht bij programma’s zoals MiniTool Partition Wizard of dergelijke software. Houd daar dus rekening mee bij een aanschaf.
Om de Sharkoon QuickPort Duo Clone aan de tand te voelen, heb ik gebruikgemaakt van enkele harde schijven. Om precies te zijn drie uitingen binnen de Western Digital Black-lijn; 500 GB (WD5003AZEX) en twee identieke schijven van 1000 GB (WD1002FAEX). Daarbij heb ik diverse aspecten getest: het klonen zonder software, de snelheid van het klonen, de integriteit van de data en de snelheid van lezen en schrijven.
Voor de lees- en schrijftesten zijn twee benchmarks toegepast en een simpel scenario waarin gamefolders worden verplaatst. De games betreffen de Steam-installaties van Dota 2 en Total War: Warhammer II; in totaal bijna 90 GB aan data. Voor de games was het doel om de schrijfsnelheid te meten en na het klonen de integriteit van de games te controleren via Steam. Het kloonwerk moet natuurlijk wel veilig en stabiel zijn.
Games en kopieerwerk
Om een kloon te kunnen maken, moet er natuurlijk data aanwezig zijn. Om te beginnen, heb ik Dota 2 en Total War: Warhammer II van mijn Crucial MX500-SSD gekopieerd naar de Western Digital-HDD van 500 GB in de QuickPort Duo Clone. De snelheid daarbij lag overigens rond een stabiele 120 MB/s, wat perfect in lijn ligt met de verwachte snelheid van het model. In totaal kostte het kopieerwerk ongeveer twaalf minuten.
Na het kopieerproces heb ik de games in Steam, ofwel op de SSD verwijderd. Vervolgens heb ik in Steam de 500GB-schijf ingesteld als installatiemap. Op basis daarvan heb ik Dota 2 en Total War: Warhammer II opnieuw “geïnstalleerd" door Steam de bestaande data te laten ontdekken. Daarbij doet Steam overigens gelijk een integriteitscontrole, maar die heb ik zelf tevens opgestart. In beide gevallen was de integriteit in orde.
Met de games aanwezig op de harde schijf − en intact − was het tijd om te klonen. Zodoende heb ik de USB-kabel verwijderd en één van de 1TB-schijven in het “Target"-slot geplaatst. Dat is het slot waar het apparaatje logischerwijs naartoe kopieert, ofwel kloont. Met de bronschijf in het “Source"-slot is het, conform de handleiding, een kwestie van de “Clone"-knop drie seconden ingedrukt houden totdat de leds blinken. Daarna is het een enkele druk op de knop ter bevestiging en klonen maar!
Met het nodige gebrom op de achtergrond heeft de QuickPort Duo Clone ongeveer 50 minuten over het kloonproces gedaan. Op dat moment deden de leds niet langer blinken en stond de indicator op 100%. Zodoende was het tijd om de USB-kabel er weer in te slaan en het resultaat te bekijken. Oh, daarbij moet ik wel opmerken dat ik vóór en na het klonen de QuickPort heb herstart; in beide gevallen was dat benodigd voor detectie van schijven en op de pc.
Alvorens ik de QuickPort in de USB-poort sloeg, heb ik éérst de 500GB-schijf verwijderd. Mijn intentie was om de gekloonde 1TB-schijf op te laten duiken als station E en dán Steam te starten. Het kloonwerk bleek direct succesvol, want bij het aansluiten was onmiddellijk een partitie op station E zichtbaar, 100% overeenkomstig met de 500GB-schijf. Tijd om Steam te starten en integriteit te controleren!
Conform de verwachting waren de games wederom intact, kortom, het kloonproces was een succesvolle. Daarentegen was het ook een langdurige, want bij het hardwarematig klonen worden lege sectoren niet overgeslagen. Als je dus bloedjesnel wil klonen, dan zal je gebruik moeten maken van het eerder besproken FlashCopy.
Benchmarks en snelheid
Zoals ik eerder al aangaf, wist de QuickPort Duo Clone met ongeveer 120 MB/s bestanden te kopiëren. Kortom, geen slechte snelheid. Daarnaast heb ik benchmarks van CrystalDiskMark én HD Tune Pro laten draaien met de twee 1TB-schijven. De eerste 1TB-schijf is intern aangesloten via SATA en de tweede betreft dus de gekloonde schijf in de QuickPort. De resultaten van de benchmarks zien we hieronder. Laten we ze bespreken!
CrystalDiskMark is als eerste aan de beurt, met de USB-aangesloten SATA-schijf die even snel blijkt op het gebied van sequential reads en writes (opeenvolgend lezen en schrijven). Dat is niet verrassend te noemen, gezien USB 3.1 qua snelheid (en interface) geen directe bottleneck vormt. Althans, niet op dat gebied en al helemaal niet voor harde schijven. In het geval van SSD’s zou het qua opeenvolgende snelheid een vergelijkbaar verhaal zijn.
Kijken we hierboven nog naar de random reads en writes (willekeurig lezen en schrijven), dan zien we een verschil tussen SATA en USB ontstaan. Nou ja, soort van dan. Harde schijven bevinden zich in een spectrum waarbij USB 3.1 weinig impact heeft op willekeurige acties. Zo is er met een extern USB 3.1-station gemakkelijk te gamen op HDD’s, mits je langere laadtijden niet bezwaarlijk acht. Het blijven mechanische schijven natuurlijk.
Het verhaal zet zich hieronder voort in HD Tune, waar de leessnelheid en toegangstijd overeenkomstig zijn. Niet verrassend mag de hogere burst rata van de SATA-aangesloten schijf zijn. Dat is dan hét verschil met de QuickPort en het gebruik van USB. Oh, en kleine schommelingen in snelheid, al is er in het geheel weinig verschil. Kortom, voor harde schijven voldoet de QuickPort Duo Clone gewoonweg prima als dockingstation.
Sharkoon biedt met de QuickPort Duo Clone een tof en uitgebreid dockingstation. Dankzij het gebruik van USB 3.1 zijn er geen snelheidsbeperkingen − óók niet voor SSD’s. Dat er dan een Type-C-aansluiting gehanteerd wordt, kan ik enorm waarderen. Dat maakt het station in het geheel duurzamer, in combinatie met het aluminium frame rondom de behuizing. Je treft hier geen goedkoop plastic aan en het resultaat voelt stevig aan.
Naast een fraaie afwerking verwacht je natuurlijk “resultaten". In het geval van de QuickPort Duo Clone zijn die er, althans, voor zover mogelijk. Als dockingstation met USB 3.1 kan je in ieder geval de maximale snelheid van twee SATA-aansluitingen in theorie benutten. Dat is van uiterst belang voor het klonen van SSD’s, waar de QuickPort Duo Clone logischerwijs mede voor geschikt is.
Voor het kloonwerk krijg je toegang tot twee simplistische stukjes software: CloneDrive2 en FlashCopy. Mocht je in een situatie zijn waarin software niet toegankelijk is, dan is het zelfs mogelijk om hardwarematig te klonen met effectief twee drukken op de knop. Dat duurt dan wel langer dan de softwarematige optie, maar er zijn omstandigheden waarin zo’n functie handig uit kan pakken.
Al met al komen we dan aan bij de grote vraag: is de QuickPort Duo Clone € 50,- waard? Als dockingstation alleen al − met twee bays en USB 3.1 + Type-C − is het antwoord reeds een volmondige “ja". Gooi daarbovenop nog eens gratis, doch minimalistische software en een ingebakken kloonfunctie en je hebt wat mij betreft een winnaar. In dit geval mede van een award voor de beste prijs/prestatie-verhouding op het gebied van dockingstations.