- All-in-one vs. custom koeling - wat is het verschil?
- Radiator en formaat - lengte, breedte en dikte
- Fans - airflow, statische luchtdruk en push/pull
- Features - waar kan je voor kiezen?
- Samenvatting
De keuze voor AIO-koeling met MSI
In onze reeks aan guides met MSI, omtrent componenten die frequent een nagedachte zijn, is nu de all-in-one-koeler (AIO) aan de beurt. Er wordt vaak gegrepen naar de (goedkopere) luchtkoeler om de processor in een pc te temmen. Hoewel dat voldoende kan zijn voor een aantal doeleinden, zijn er diverse redenen om te kiezen voor kant-en-klare waterkoeling. Naast de esthetica (voor een schonere look) kan een AIO-koeler namelijk beter uitpakken qua geluidsproductie, airflow en/of temperatuur.
Daarbij kunnen we twee cruciale vragen stellen én vandaag beantwoorden: hoe bepaal je dat een AIO-koeler de betere keuze is en wat is de beste AIO-koeler voor jouw systeem? Om daar de nodige antwoorden op te geven, pakken we de AIO-koelers erbij die MSI ons toegestuurd heeft. Op die manier kijken we naar factoren zoals de pomp, fans, toerental, de in- en outtake van lucht, statische druk en nog veel meer. Tijd om in de wereld te duiken van all-in-one-koeling!
Laten we onze AIO-reis als eerste beginnen met de basisbegrippen van waterkoeling. Zo bestaat elk waterkoelingssysteem uit een waterblok, pomp, tubes, radiator en koelvloeistof. Het punt van custom koeling is dat de individuele componenten naar budget, features en smaak gekozen én geassembleerd kunnen worden. Op die manier kan je de lengte van je tubes bepalen, de eigenschappen van je koelvloeistof (zoals kleur), de inhoud van je pomp, grootte van je radiator enzovoort.
Gemak en compactheid
Het speerpunt van all-in-one-koeling, ofwel AIO-koeling is dat alles kant-en-klaar wordt geleverd. Kortom, geen gedoe met het uitmeten, knippen en koppelen van tubes en geen stress omtrent mogelijke lekken. Nou wil dat niet zeggen dat AIO-koelers lekvrij zijn, maar dergelijke koelers worden in de fabriek rigoureus getest. Op korte en lange termijn dienen er dus geen problemen op te duiken, terwijl die kans bij custom waterkoeling veelal hoger is.
In essentie komt het dus neer op gemak, want het maatwerk dat toebehoort aan custom waterkoeling is een pittige. Overigens is het niet alleen de kant-en-klare aard die gemak biedt, want AIO-koelers zijn doorgaans ook nog eens compacter. De reden daarvoor is een simpele: de pomp is veelal geïntegreerd in het waterblok, de tubes of zelfs de radiator. Hier zijn uitzonderingen op, alsmede als het gaat om custom koeling, want er zijn waterblokken te verkrijgen mét geïntegreerde pomp.
Samenwerking met derden
Over zulke zaken gesproken: de pomp in een AIO-koeler kan afkomstig zijn van een ander merk. Zo maakt MSI in haar MEG CoreLiquid-reeks aan koelers gebruik van een 7e generatie Asetek-pomp en dat is een typerende, verstandige zet. Een pomp in-house ontwikkelen is een dure grap, hetzij qua ontwikkeling zelf én het nodige testwerk. Een ander voorbeeld is het bijvoegen van fans die afkomstig zijn van andere partijen, zoals van de befaamde Noctua.
De meest impactvolle keuze die je kan maken voor een AIO-koeler is de grootte van de radiator. Het formaat daarvan heeft een directe impact op het koelvermogen, want hoe meer oppervlakte en aanwezige fans, des te meer hitte afgevoerd en weggestoten kan worden. Zo kan je op een 120mm-radiator slechts één fan kwijt, terwijl dat op een 240mm-radiator verdubbelt. Vaak zul je dan ook sprongen zien van 120 mm qua formaat, met enkele uitzonderingen hier en daar.
MEG CoreLiquid S280
Een voorbeeld van zo’n uitzondering is één van de MSI-koelers die we in dit hoofdstuk gaan showcasen: de MEG CoreLiquid S280. Zoals de naam hint, betreft het een AIO-koeler met een radiator van 280 mm lang. Dat formaat is eveneens een veelvoorkomende, al kan je daar t.o.v. 240 mm nog steeds maar twee fans op plaatsen. Daar is niets mis mee overigens, want het gaat om die extra 40 mm die je aan radiator krijgt. Hieronder pakken we de koeler uit voor een indruk van dat formaat.
MEG CoreLiquid S360
Mocht je op zoek zijn naar ultieme koelprestaties, dan kom je veelal uit op 360 mm. Het volgende voorbeeld vanuit MSI betreft dan de MEG CoreLiquid S360. Met dat formaat krijg je een radiator die 80 mm breder is én de mogelijkheid om een derde fan erop te plaatsen. Zulke koelers zijn in staat om de krachtigste processoren te temmen en veelal weggelegd voor overklokkers of liefhebbers van een lagere geluidsproductie. Hieronder zien we het 360mm-voorbeeld vanuit MSI.
Formaten en behuizingen
Hoewel het formaat van 360 mm de topper lijkt, zijn er zelfs radiatoren te vinden van 480 mm lang. Daarop is het mogelijk om zowaar vier 120mm-fans te plaatsen. AIO-koelers met een 480mm-radiator zijn echter wel schaars, dus die tref je in het wild niet vaak aan. Het voornaamste euvel is dat je behuizing geschikt moet zijn voor dat formaat. Daar wisten we in onze behuizingen-guide eveneens op in te gaan.
Naast lengte heb je logischerwijs ook te maken met breedte en dikte. Nou zal de breedte zelden variëren, want anders lopen fabrikanten tegen compatibiliteitsproblemen aan. Waar wél variatie in kan zitten, is de dikte van de radiator. Over het algemeen varieert dat tussen de 25-60+ mm, waar de genoemde MSI-koelers 25 mm dik zijn. Het merendeel aan radiatoren bij AIO-koelers valt dan ook tussen de 25 en 30 mm in.
Kortom, hoe meer radiator je hebt, hetzij qua lengte of dikte, des te groter het totale koelvermogen. Om die reden zie je bij custom waterkoeling soms meerdere radiatoren voorbij komen om de processor én videokaart te temmen. Als je beide componenten wil waterkoelen in één loop, dan maken ze gebruik van hetzelfde water. Bij onvoldoende koeling (door een gebrek aan totaal koelvermogen bijvoorbeeld) ontstaat er al gauw een zogeheten bottleneck en zullen de temperaturen blijven stijgen.
Uiteraard hangt het koelvermogen samen met andere factoren, zoals de fans van je AIO-koeler, de case fans in je behuizing, de beschikbare airflow en meer. Daarom testen wij intern altijd op een ‘open air’ testbench, waar luchttoevoer geen beperking speelt. In de praktijk presteert een koeler in ieder systeem dus net iets anders. Gelukkig kan je daar mede op afstemmen en dat is onder andere mogelijk met fans, de orïentatie daarvan en de plaatsing van de radiator.
Met de radiator verduidelijkt, is het tijd om te kijken naar de fans. Die gaan hand in hand met de rest van het systeem en zijn bepalend voor de koelprestaties. Om de warmte van het water in de radiator af te voeren, moet er voldoende lucht door de radiator geperst worden. Dit niet alleen om de radiator te koelen, maar ook om de opgewarmde lucht af te stoten. Om dat beter te begrijpen, duiken we in de principes van airflow en statische luchtdruk.
Airflow vs. luchtdruk
Om te beginnen met de basis: de meest voorkomende keuze voor fans ligt in uitingen met een hoge airflow. Dergelijke fans zijn in staat om veel lucht te verplaatsen door een open omgeving. Denk maar aan de fans aan de voorkant van een behuizing, die lucht naar binnen trekken via het voorpaneel en dat door de behuizing heen verplaatsen om componenten van (koudere) lucht te voorzien en vervolgens af te koelen.
Hoeveel lucht een fan kan verplaatsen, wordt aangeduid in CFM (cubic feet per minute) of soms m³/h (cubic metres per hour). Afhankelijk van de fabrikant kom je verschillende waardes tegen, maar dan kan je gebruik maken van een converter. Waar het op neerkomt, is simpel: hoe hoger dat getal, hetzij in CFM of m³/h, des te meer lucht een fan kan verplaatsen in een bepaald tijdsbestek. Dat is wat we willen, toch? Nou, het antwoord is in de praktijk wat ingewikkelder dan dat.
Er zijn namelijk fans die zich specialiseren in een hoge statische luchtdruk, aangeduid met mmH2O. Dergelijke fans verplaatsen in vergelijking minder lucht, maar zijn veel beter in staat om de lucht door kleine openingen te duwen. Laat dat nou precies het scenario zijn bij de radiator van een AIO-koeler. Zodoende zijn airflowgerichte fans veelal de keuze voor in de behuizing, waarbij statische drukgerichte fans de beste keuze zijn voor radiatoren, torenkoelers en/of in behuizingen met weinig open ruimte.
RPM en geluidsproductie
Bij het bekijken van specificaties is het belangrijk om je echter niet blind te staren op airflow en statische luchtdruk. De aangegeven waardes worden namelijk bepaald op basis van de maximale RPM (rotaties per minuut) van een fan. Een fan van 3000 RPM zal logischerwijs meer óf beter lucht verplaatsen, doch de geluidsproductie teweegbrengen van een straaljager. Daar heb je bij dagelijks gebruik natuurlijk geen behoefte aan.
Om dan MSI als voorbeeld te nemen: de fabrikant duidt een statische luchtdruk aan van 2,2 mmH2O met een RPM van 1800 voor haar MEG Silent Gale P14-fans. De luchtdrukwaarde is goed te noemen en gaat gepaard met een beloofde geluidsproductie van slechts 24,9 dBA. MSI heeft bij haar AIO-koelers dus bewust gekozen voor een stevige balans tussen RPM, luchtdruk en geluidsproductie. Kortom, kijk altijd streng naar de specificaties bij een AIO-koeler.
Het controleren van de ‘specs’ geldt overigens niet alleen voor getalletjes, maar ook voor fysieke eigenschappen. Zo zien we hieronder nogmaals de meegeleverde fans, met een belangrijke feature: de aanwezigheid van geluidsdempende rubbers op de hoeken. Zonder die ‘dempers’ kunnen fans gaan trillen en een extra, vervelend geluid produceren. Kortom, wederom een voorbeeld van een eigenschap om op te letten bij een aanschaf.
Push en pull
Een laatste doch belangrijke zaak bij fans zijn de zogeheten push, pull en push/pull-configuraties. De kans is groot dat je die termen weleens voorbij hebt zien komen, maar wat houden ze werkelijk in? Dat gaan we hier bespreken, zodat je de beste orïentatie van de fans en plaatsing van de radiator kan kiezen in jouw behuizing.
Als eerste is er de push-config, waarbij de fan georiënteerd is op de radiator om er lucht doorheen te duwen. Ten tweede is er de pull-config, met een oriëntatie die de fan in staat stelt om lucht door de radiator heen te trekken. Tenslotte is er push/pull, waarbij fans geïnstalleerd zijn aan beide kanten van de radiator. Daarmee wordt lucht aan de ene kant door de radiator geduwd en middels de andere fan er doorheen getrokken.
Over het algemeen heb je bij AIO-koelers te maken met een push-config. Denk maar aan een plaatsing van de radiator aan de bovenzijde van een behuizing, met daaronder geïnstalleerd de (veelal RGB-verlichte) fans. Op dat moment wordt er lucht door de radiator én het bovenpaneel geduwd. Hetzelfde geldt bij plaatsing van een 120mm-radiator aan de achterzijde van een behuizing. In dat scenario moet er eveneens lucht door de radiator naar buiten geduwd worden.
Bij plaatsing aan de voorkant van een behuizing kan je te maken krijgen met de push/pull-config. Als er case fans aanwezig zijn, wordt er reeds lucht naar de radiator geduwd. Op dat moment moeten de AIO-fans aan de andere zijde van de radiator geplaatst worden, zodat die fans de lucht er doorheen trekken. Dit verschilt uiteraard per behuizing en is afhankelijk van eventuele case fans. Wel biedt een pull-config aan de voorzijde de nodige esthetische voordelen.
Het beste gebruik?
Uiteindelijk maken de orïentie van de fans en plaatsing van de radiator geen absurd verschil voor de gemiddelde persoon. Echter zijn er voordelen aan bepaalde plaatsingen of oriëntaties en dat dien je per koeler, behuizing en systeem te verkennen. Als je op zoek bent naar een stille werking, dan ligt de focus eerder op een verlaagd RPM met toch nog voldoende luchtdruk. Mocht je een overklokker zijn, dan ga je logischerwijs op zoek naar de beste installatie.
Nou zijn er ook systemen waarin airflow inherent beperkt is, zoals in HTPC-behuizingen. Het fijne van AIO-koelers is dat ze minder afhankelijk zijn van luchttoevoer in een behuizing. Als er ruimte is in je compacte behuizing voor een AIO-koeler met een 120 of 240mm-radiator, dan zal die significant beter presteren dan een compacte luchtkoeler. Je betaalt logischerwijs meer voor de AIO-koeler, maar je krijgt er qua temperaturen en geluidsproductie veel voor terug.
Bij de aanschaf van een AIO-koeler dien je dus te letten op radiatorgrootte en de specificaties van de fans. Daarnaast zijn er allerlei zaken om in acht te houden, zoals compatibiliteit van het waterblok, het merk van de pomp, software-ondersteuning, RGB-verlichting, aansluitingen en eventuele controllers. De belangrijkste zaken zetten we hier nog even op een rij én we kijken naar de diverse prijsklasses waarin je kan winkelen.
Waterblok
Laten we als eerste het meest cruciale component beetpakken: het waterblok. De installatiemethode daarvan verschilt per fabrikant en niet alle platformen worden (inherent) ondersteund. Dat wil zeggen dat het belangrijk is om compatibiliteit van tevoren na te kijken. Dat geldt niet alleen voor oudere platformen, maar soms ook voor nieuwe. Denk maar aan het recentelijk gelanceerde Intel Alder Lake met de nieuwe LGA 1700-socket voor koelers.
Gelukkig biedt MSI voor de MEG CoreLiquid S280 en S360 out-of-the-box ondersteuning voor LGA 1700. Veelal komt dat neer op het gebruik van een speciale bracket, zoals hieronder zichtbaar aan de installatie-instructies die MSI heeft gecreëerd. Het opzoeken van informatie en volgen van instructies is altijd handig, maar bij AIO-koelers is het oprecht belangrijk. Een cruciale fout kan resulteren in een defecte, of erger zelfs, lekke koeler die schade kan aanrichten.
Pomp
Opvolgend is er de pomp, waarvan het handig is om te weten van welk merk deze afkomstig is. Sommige fabrikanten ontwikkelen hun eigen pomp, terwijl anderen leunen op bestaande, kwalitatieve merken. Zoals eerder aangekaart, maakt MSI gebruik van een 7e generatie Asetek-pomp voor de CoreLiquid S280 en S360. Asetek staat goed aangeschreven en de integratie ervan in de radiator mag vrij uniek zijn én voordelen opleveren, waaronder een lagere geluidsproductie.
Gelet wel dat de plaatsing van de pomp eveneens kan verschillen per koeler. Over het algemeen is de pomp aanwezig in het waterblok, al is het mogelijk om deze ‘extern’ te maken in de radiator of zelfs rondom de tubes. Omdat MSI voor integratie in de radiator heeft gekozen, is er ruimte gecreëerd om een extra fannetje van 60 mm aan te brengen op het waterblok. Daarnaast is op het waterblok een uitzonderlijke feature geplaatst: een IPS-scherm.
Software
Hoewel een AIO-koeler door je moederbord automatisch aangestuurd kan worden, is het handig om te kiezen voor koelers die komen met hun eigen software. Daarmee krijg je betere controle over je koeler en kan je (over het algemeen) exactere waardes uitlezen. Daarnaast kan de koeler met bijzondere features komen die enkel met de software van de fabrikant benut kunnen worden. In het geval van MSI krijg je het benoemde, speciale IPS-schermpje, dat benut wordt met de MSI Center-software.
Het is belangrijk om aan te kaarten dat de MEG CoreLiquid S280 en S360 voorbeelden zijn van luxueuze AIO-koelers, waar je bewust voor kiest. In dit geval krijg je daar een schermpje op je waterblok voor terug, waar je real-time informatie of andere zaken mee weer kan geven. Denk maar aan temperaturen, de snelheid van je fans, bewegende plaatjes, de huidige weersomstandigheden en meer.
Overige features
Naast de bovenstaande lijst zijn er nog kleinere zaakjes om op te letten. Om wederom een aantal voorbeelden vanuit MSI aan te kaarten: de CoreLiquid S280 en S360 komen met een 0RPM-modus voor ultieme stilte. De curve van de fans is in de benoemde software aan te passen, zodat je onder een bepaalde temperatuur gegarandeerd stilte ervaart. Dat is dan ook één van de vele voordelen van een (luxueuze) AIO-koeler tegenover traditionele luchtkoelers.
Daarnaast belooft MSI een minimaal verlies van de koelvloeistof over de tijd heen, dankzij haar speciale tubes. Het is inherent dat AIO-koelers hun vloeistof verliezen door verdamping en dat kan op meerdere manieren bestreden worden. In dit geval is er gekozen voor duurzamere tubes, maar er zijn bijvoorbeeld ook koelers die met een vulpoort komen en extra koelvloeistof. In beide gevallen kan je de gemiddelde levensduur van een AIO-koeler aanzienlijk verlengen.
Uiteraard kan je ook nog letten op een stukje esthetica, inclusief RGB-verlichting. Als je voor een RGB-parade kiest, is het handig om de meelevering van een RGB-controller te verifiëren. Anders kan het zijn dat je in je systeem aansluitingen tekortkomt. In MSI’s geval is er gekozen voor een RGB-loos, zwart uiterlijk en dat brengt aanzienlijk minder kabels met zich mee. Kortom, iets waar je bewust voor kan kiezen bij de aanschaf van een AIO-koeler.
Hopelijk hebben we je met deze guide wijs kunnen maken omtrent AIO-koeling. De voordelen van dergelijke koeling zijn duidelijk: een schoner uiterlijk, betere koelprestaties in bepaalde omstandigheden en anders een stillere werking. Dat hangt nauw samen met een aantal zaken, waaronder het formaat van de radiator. Hoe langer de radiator, des te groter het totale koelvermogen van de AIO-koeler. Zo kan je met een 360mm-radiator ongetwijfeld de pittigste processoren temmen.
Verder is het belangrijk om de specificaties van de meegeleverde fans te controleren. Het gaat bij AIO-koelers niet zozeer om de totale hoeveelheid lucht die verplaatst wordt (airflow), maar eerder om de kracht waarmee de lucht door de radiator wordt geduwd (statische luchtdruk). Daarnaast is het van belang om te kijken naar de rotatiesnelheid waarmee die waardes gemeten zijn. Een fan van 3000 RPM levert hogere getallen op, maar bezit de geluidsproductie van een opgewonden föhn. Een balans is cruciaal.
Al met al dien je dus eerst te kijken naar een soliede basis voor je gewenste AIO-koeler. Ogen de fans, radiator en pomp naar behoren? Dan kan je voor de gein kijken naar toffe, luxueuze features, afhankelijk van je budget. Een tof voorbeeld daarvan is het IPS-schermpje dat aanwezig is in MSI’s MEG en MPG CoreLiquid-reeksen, waarmee je real-time informatie weer kan geven. Kortom, er is voldoende keuze voor de terechte en vele liefhebbers van AIO-koeling. Wellicht ben jij er nu ook één!